Picnic kan niet zo snel groeien als het zou willen

Logistiekprofs op 23 juli 2018 | 2 minuten leestijd

Nog voor het einde van het jaar wil Picnic groeien naar zo’n zeventig plaatsen. Het bedrijf zegt dat de zoektocht naar geschikt personeel een rem op de groei zet. 

Dat schrijft het FD. Picnic is momenteel in circa vijftig Nederlandse plaatsen actief. Om de groei naar zeventig plaatsen te faciliteren is de online supermarkt op zoek naar duizend runners en duizend orderpickers. 

‘Menselijke grens aan de groei

“Er zit een menselijke grens aan de groei”, zegt medeoprichter Michiel Muller tegen het FD. De online supermarkt wil eerst de juiste mensen vinden en breidt daarom per stad stapsgewijs uit. Veel huishoudens moeten een aantal weken wachten tot zij boodschappen kunnen bestellen. Er staan inmiddels zo’n 50.000 huishoudens op de wachtlijst. 

Volgens Muller helpt die wachtlijst Picnic om beheerst te groeien en teleurstellingen onder consumenten te vermijden. “We krijgen maar één keer de kans om een eerste indruk te maken. Dan helaas maar een paar weken wachten.” 

Runners kunnen doorgroeien

De gemiddelde leeftijd van personeel bij Picnic ligt op 27 jaar. In de distributiecentra werken vaak vriendengroepen, die elkaar voordragen. Picnic biedt runners de mogelijkheid om door te groeien naar hogere functies. Zij kunnen uiteindelijk hubmanager worden. Muller: “Dan ben je 23 jaar en heb je de leiding over honderd man. Dat is niet altijd makkelijk. Hoe spreek je een vriend aan die na een avondje stappen niet komt opdagen? Daar coachen en begeleiden wij ze bij.”

Techtalent

Naast runners en orderpickers is Picnic ook naarstig op zoek naar technisch talent. De online supermarkt heeft zeventig softwareontwikkelaars in dienst. Dat mogen er volgens Muller meer worden. Picnic moet in de zoektocht naar talent echter concurreren met grote techbedrijven als Facebook en Uber. De supermarkt zoekt daarom over de hele wereld naar geschikte kandidaten. “Als we een talent vinden dat nog bij zijn ouders in Argentinië woont, dan vliegen we hem in voor een gesprek.”