De Nederlandse overheid gaat samen met de Belgische autoriteiten fraude met tellerstanden van voertuigen aanpakken. Het terugdraaien van tellerstanden zou op grote schaal voorkomen en veel economische schade veroorzaken. De landen gaan onderling gegevens uitwisselen om de fraude aan het licht te brengen.
Een steekproef uit 2015 toonde aan dat van zo’n vijf procent van de voertuigen die uit België in Nederland ingevoerd wordt, de kilometerstand was teruggebracht met gemiddeld 45.000 km. Van voertuigen die van Nederland naar België gingen, was 20 procent van de tellers met gemiddeld 110.000 km teruggedraaid. Dit zou economische schade en oneerlijke concurrentie veroorzaken en kan negatieve effecten hebben op de veiligheid van weggebruikers. Tellerfraude in de EU zou jaarlijks zo’n 5,6 miljard euro kosten.
Tellerstanden opvragen
Omdat Nederland en België de tellerstanden van auto’s beiden registreren, kunnen de landen bij import de reeksen van opgenomen standen eenvoudig opvragen. Door deze te vergelijken met de tellerstand kan grensoverschrijdende tellerfraude worden gesignaleerd.
“Met deze samenwerking kunnen we grensoverschrijdende fraude met tellerstanden tussen Nederland en België verminderen. Voor de veiligheid van consumenten is dit van belang, en ook om te voorkomen dat zij worden opgelicht bij hun aankoop. Voor autobedrijven betekent het dat oneerlijke concurrenten eerder tegen de lamp lopen en dat de economische schade van de fraude tot een minimum beperkt wordt”, aldus minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). De proef met het uitwisselen van gegevens start begin november. Het RDW evalueert in de loop van volgend jaar de resultaten.
Redactie LogistiekProfs