Logistieke samenwerking staat of valt met delen van data

Logistiekprofs op 3 november 2017 | 10 minuten leestijd

De deeleconomie heeft ook zijn intrede in de logistiek gedaan. Meerdere start-ups werken hard aan online platformen voor het delen van vrachtruimte of opslagruimte. Het succes van deze platformen staat of valt met het gemak waarmee de aangesloten bedrijven data kunnen delen. Nieuwe standaarden maken dat gemakkelijker. Dat laat de vakbeurs ICT & Logistiek van 28 tot en met 30 november zien in de Jaarbeurs te Utrecht.

De meeste voorbeelden van de deeleconomie in de logistiek hebben betrekking op vrachtuitwisseling. Feit is dat de vrachtauto’s in Nederland gemiddeld maar voor de helft of nog minder zijn gevuld. Door al die lege vrachtruimte te delen met de markt moet het gemakkelijker worden om de vrachtauto’s op te vullen. Dat vergroot niet alleen het rendement per rit, maar leidt ook tot minder vrachtverkeer en minder CO2-uitstoot. Dat is ook de gedachte achter Synple, één van die nieuwe platformen voor vrachtuitwisseling. “Wij willen de samenwerking tussen transportbedrijven automatiseren en digitaliseren”, vertelt Roderick Rodenburg, oprichter van Synple.

Registreer hier direct

Rodenburg beseft dat Synple niet de enige speler in deze markt is. Een wereldwijde inventarisatie leverde zo’n honderd platformen voor vrachtuitwisseling op. Verreweg de meeste hebben hetzelfde effect: ze leiden tot prijserosie. “Ze brengen vraag en aanbod samen op een UberFreight-achtige wijze. Verladers kunnen hun vrachten aanbieden, waarop transportbedrijven vervolgens kunnen bieden. Wie de laagste prijs biedt, krijgt de vracht. Dat leidt tot almaar dalende prijzen in een markt die toch al wordt gekenmerkt door lage marges”, stelt Rodenburg.

Koppelen met TMS

Synple probeert die negatieve spiraal te doorbreken. Dit platform richt zich uitsluitend op transportbedrijven. “Zo’n tachtig procent van de vrachten op de weg wordt vervoerd op contractbasis. De prijzen van die vrachten liggen dus al vast. Door transportbedrijven in staat te stellen met elkaar samen te werken, kunnen ze de beladingsgraad en dus het rendement verder vergroten”, legt Rodenburg uit.

Transportbedrijven kunnen op Synple handmatig hun ritten ingeven. De echte voordelen ontstaan echter pas als ze hun eigen transport management systemen (TMS) koppelen aan het platform. Als dan met hulp van de algoritmes van Synple een match is gemaakt, kan met een druk op de knop de informatie tussen de verschillende TMS-systemen worden uitgewisseld. Op die manier is het ook mogelijk om de uitvoering op de voet te volgen. Wanneer is de vracht opgehaald? Wanneer is die afgeleverd?

Op 1 september maakte de start-up bekend dat bij investeerders 1,1 miljoen euro aan financiering is opgehaald. Het enthousiasme voor Synple is dus groot, ook vanuit de transportmarkt. “In 2018 hopen we voor onze partners 3 procent aan lege kilometers te besparen. Maar het delen van vrachtruimte via een platform is niet vanzelfsprekend. Of een samenwerking succesvol is, hangt allereerst af van de betrokken mensen, niet van slimme algoritmes.”

Delen van opslagruimte

Anders dan vrachtruimte is opslagruimte een nog vrij onontgonnen terrein binnen de deeleconomie. Stockspots probeert dat te doorbreken. Mede-oprichter Remko Been: “Wij brengen niet alleen vraag en aanbod bij elkaar, maar faciliteren het hele proces. Bedrijven met een overvloed aan voorraad die tijdelijk extra opslagruimte zoeken, sluiten met ons een contract af. Vervolgens kunnen ze via ons platform zien hoeveel voorraad op de externe locatie ligt. Ze kunnen opdrachten ingeven en de opvolging daarvan online monitoren.”

Als bedrijven hun voorraad over meerdere externe magazijnen hebben verdeeld, biedt Stockspots volgens Been nog meer waarde. “Stockspots biedt transparantie. Via één platform hebben bedrijven inzicht in al hun externe voorraadpunten. Ze hoeven niet met verschillende logistiek dienstverleners afspraken te maken over systemen en uitwisseling van data. Omdat bedrijven met slechts één partij een contract hoeven te sluiten, wordt het gemakkelijker om nieuwe voorraadpunten te creëren. Denk aan verladers die hun voorraad dichter bij klanten willen neerleggen.”

Eén, twee of drie eurotekens

Ook bij Stockspots geldt dat de waarde van het platform toeneemt als data niet telkens opnieuw handmatig moet worden ingevoerd, maar digitaal wordt uitgewisseld. Dat geldt in ieder geval voor de aanbieders van opslagruimte, die inzicht moeten geven in voorraadstanden en de status van orders. “Zij kunnen hun eigen warehouse management systeem (WMS) aan Stockspots koppelen, maar ook gebruik maken van de WMS-functionaliteit in ons platform. Ook opdrachtgevers kunnen hun systeem koppelen zodat ze eenvoudig orders kunnen doorsturen. Maar het is ook mogelijk om een Excel-bestand met orders te uploaden”, vertelt Been.

Op 2 oktober is Stockspots officieel van start gegaan. Op dit moment biedt het platform bijna 450.000 vierkante meter opslagruimte aan, verdeeld over ruim zestig locaties. Eind 2017 moet dat aantal gegroeid zijn tot 150 locaties in zowel binnen- als buitenland. Bedrijven als Kloosterboer, Partner Logistics, Leen Menken, Mepavex, Koopman en Vos Logistics maken gebruik van het platform. Been: “De onvoorspelbaarheid in de keten neemt toe, onder meer door e-commerce. Daarnaast kampen veel bedrijven met seizoenspatronen. Daardoor is naar schatting tien tot twintig procent van de voorraad beschikbaar voor externe opslag. Stockspots kan die piekcapaciteit opvangen.”

Uniforme afspraken

Het succes van alle initiatieven op het gebied van de deeleconomie staat of valt met het gemak waarmee deelnemers data kunnen delen. Op verschillende vlakken wordt momenteel hard gewerkt aan standaarden die het delen van data moeten vergemakkelijken. Een voorbeeld daarvan is iSHARE, een initiatief dat voortkomt uit het innovatieprogramma van de Topsector Logistiek. Het doel van iSHARE is om uniforme afspraken te maken voor identificatie, authenticatie en autorisatie, die het vanaf 2018 mogelijk maken dat iedereen in de logistieke sector met elkaar data kan delen. 

Projectleider Mariane ter Veen maakt de vergelijking met een creditcard of iDeal. “Dankzij de uniforme afspraken die Visacard of Mastercard hebben gemaakt, kan een hotel of restaurant erop vertrouwen dat de betaling correct verloopt. Dankzij iDeal hoeft een webshop als Bol.com niet met elke bank afspraken te maken over online betalen. In de logistieke sector zorgt iSHARE voor afspraken waarmee iedereen op uniforme, simpele en gecontroleerde wijze data kan delen.”

Vertrouwen op data

Cruciaal in iSHARE is dat de eigenaar van de data bepaalt wat ermee gebeurt. Die beslist welke data wel en niet mag worden gedeeld en wie die data wel en niet mag ontvangen. Als voorbeeld noemt Ter Veen het inkomend transport bij distributiecentra. “Meestal hebben die distributiecentra geen enkel idee wanneer een vrachtauto arriveert. Met iSHARE kan een leverancier zijn transporteur het recht geven om data over de verwachte aankomsttijd automatisch te delen met het distributiecentrum. Als de transporteur besluit om een charter in te huren, kan hij dat recht ‘doordelegeren’. iSHARE maakt het dus mogelijk om data te delen tussen partijen die elkaar helemaal niet kennen. Dankzij de gemaakte afspraken kan het distributiecentrum toch erop vertrouwen dat die data daadwerkelijk gaan over de lading van de leverancier.”

Afgelopen zomer heeft iSHARE de bèta-versie gepresenteerd die is ontwikkeld in samenwerking met 12 cocreatiepartners. Momenteel wordt gewerkt aan verdere verfijning van het afsprakenstelsel, dat begin 2018 definitief wordt vastgesteld. Dan kan iedereen ermee aan de slag. “iSHARE is geen platform, geen blockchain en bepaalt niet welke data moeten worden gedeeld. Dat is aan de sector zelf. Wij zorgen alleen ervoor dat iedereen dezelfde taal leert spreken”, stelt Ter Veen.

OpenTripModel

Anders dan bij iSHARE wordt in de sector ook gewerkt aan standaarden waarin wordt vastgelegd welke data op welke wijze moet worden gedeeld. Een voorbeeld is het OpenTripModel, dat door Simacan in het kader van het Talking Traffic-project is ontwikkeld. Dit is een in feite een berichtenset dat het gemakkelijker moet maken om data over ritten, routes en voertuigen uit te wisselen tussen logistieke systemen en verkeersmanagementsystemen, denk aan verkeerslichten en matrixborden boven snelwegen. Dat moet onder meer de verkeersdoorstroming bevorderen en de real-time planning van logistiek dienstverleners verbeteren. Het OpenTripModel is dit najaar omarmd door het ministerie van Infrastructuur & Milieu en de brancheverenigingen TLN en evofenedex. Zij hebben de Stichting Uniforme Transport Code opgericht die het model verder gaat ontwikkelen en beheren.

e-CMR-platform

Een ander voorbeeld van data delen in de keten is het e-CMR platform van TransFollow, één van de cocreatiepartners van iSHARE. De e-CMR gaat de papieren CMR vervangen, maar brengt veel meer mogelijkheden met zich mee. “Eigenlijk is de e-CMR de verbindende schakel in de logistieke keten. De e-CMR schept duidelijkheid over vrachten, bijvoorbeeld over de vraag wie nu heeft getekend voor de overdacht van goederen tussen verlader en transportbedrijf of tussen vervoerder en charter”, vertelt René Bruijne, algemeen directeur van TransFollow. “Daarnaast wordt de e-CMR nu ook gebruikt voor het registreren van de hoeveelheid emballage die mee terug wordt genomen. Vervoerders en ontvangers kunnen relevante data van het e-CMR platform over verwachte aankomsttijden in hun TMS of WMS importeren, zodat ze bij het plannen gebruik kunnen maken van betere, actuele data.”

De e-CMR is inmiddels omarmd door Brussel en de internationale transportkoepel IRU, wat de adoptie enorm versnelt. In Spanje, Frankrijk en Nederland is de vervanger van de papieren CMR al in gebruik, dit jaar nog volgen ook België en Luxemburg. In 2018 wordt het rijtje uitgebreid met landen zoals Polen, Tsjechië, Griekenland en Turkije. “De grote missing link is op dit moment Duitsland. Dat heeft alles te maken met de zorgvuldigheid waarmee onze oosterburen dit soort zaken oppakken. Naar verwachting zal Duitsland de e-CMR eind 2018 of begin 2019 volledig accepteren. In het Verenigd Koninkrijk laat e-CMR echt nog op zich wachten nu de Brexit daar prioriteit heeft”, legt Bruijne uit.

René Bruijne en Marianne ter Veen
René Bruijne en Marianne ter Veen

Blockchain

Inmiddels speelt de e-CMR een cruciale rol in een blockchain-project. Omdat de e-CMR een onweerlegbare ‘proof-of-delivery’ kan vaststellen, heeft TU-Delft dat als uitgangspunt genomen voor een nieuw concept voor supply chain finance. Samen met ABN-AMRO en TransFollow is een operationele blockchain opgezet waarbij de factuur van de vervoerder na aflevering op basis van de e-CMR direct gefinancierd kan worden via een marktplaats voor factoring. De vervoerder kan daardoor eerder beschikken over zijn geld. 

Maar blockchain biedt veel meer mogelijkheden in de supply chain, legt Bruijne uit. “Denk daarbij bijvoorbeeld aan temperatuurregistratie en de traceeerbaarheid van grondstoffen. Hier staan we echt nog een het begin van de introductie van een nieuwe techniek die transparantie naar een next level gaat brengen.”

ICT & Logistiek vindt dit jaar gelijktijdig met Logistica 2017 plaats. Registreren voor ICT & Logistiek kan hier, registreren voor Logistica 2017 kan hier. Met uw badge heeft u toegang tot beide beurzen.