Extra schakel in de retailketen

Marcel te lindert op 30 april 2015 | 3 minuten leestijd

Retailexpert Cor Molenaar verwacht dat fysieke winkels in de toekomst stukken kleiner worden. De voorraden liggen dan niet meer in de winkels zelf, maar in cityhubs aan de rand van de stad. Wie in een winkel iets koopt, kan wachten tot het product vanuit een cityhub in de winkel wordt bezorgd of het direct thuis laten brengen. Die bezorging gebeurt dan met behulp van drones, voorspelt Molenaar in Supply Chain Magazine.

Heeft Molenaar gelijk? Het klopt dat menige retailer nu al de voorraden in zijn winkels reduceert. Ze leggen bijvoorbeeld alleen de shirts in de meest gevraagde kleuren en maten in het winkelschap. De rest – de longtail – laten ze in het centrale distributiecentrum liggen. Die enkele keer dat een consument toch die andere kleur wil hebben, maakt de winkelmedewerker een internetorder aan en wordt het shirt de volgende dag in de winkel of aan huis afgeleverd.

Het klopt ook dat in veel grote steden al stadsdistributiecentra bestaan die winkels bevoorraden en die ook een rol voor zichzelf zien weggelegd in het bezorgen van online geplaatste bestellingen. Vooralsnog lijkt dit model vooral interessant voor lokale middenstanders die hun plaatselijke clientèle op deze manier extra service kunnen bieden. Voor landelijke opererende retailers heeft het weinig zin om een online bestelling die in het centraal distributiecentrum is verwerkt uit te leveren via een stadsdistributiecentrum.

Huidige distributiestructuren van retailers op termijn niet houdbaar
Ik geloof daarnaast graag dat de huidige distributiestructuren van retailers op termijn niet houdbaar zijn, zeker als de ontwikkelingen naar steeds kortere levertijden van webwinkels blijven doorgaan. Een artikel binnen een uur afleveren vanuit een centraal distributiecentrum is zelfs in het compacte Nederland onmogelijk. Ship-from-store kan een oplossing zijn, maar winkels zijn niet ingericht op het gereed maken van grote aantallen zendingen. Bovendien is het maar de vraag hoeveel artikelen die winkels nog op voorraad hebben liggen, als we Molenaar moeten geloven.

Misschien kunnen retailers wat leren van andere sectoren, denk aan de distributeurs van automaterialen zoals Brezan. Dit bedrijf beschikt niet alleen over een centraal distributiecentrum in Ede en 127 verkooppunten in de meeste grote en middelgrote steden, maar ook over acht depots verspreid over het land. Met een omvangrijk project is Brezan erin geslaagd om de servicegraad op de verkooppunten te verhogen van 79 tot 84 procent. Dat lijkt weinig, maar de totale servicegraad ligt rond de 98 procent. Het aantal orders dat via een verkooppunt of een depot binnen drie uur kan worden uitgeleverd, ligt op 93 procent.

Brezan heeft, naast een centraal dc en 127 verkooppunten, ook nog 8 depots.
Mede daardoor kunnen bijna alle orders binnen drie uur worden geleverd.

Gelaagde distributiestruuctuur
Zou zo’n gelaagde distributiestructuur voor retailers kunnen werken? Het stelt hen in staat om de winkels op dure locaties in de binnenstad klein te houden. Alleen de snellopers hoeven daar op voorraad te liggen. Met een netwerk van regionale depots – misschien wat meer dan acht – zijn retailers in staat het merendeel van de overige artikelen toch binnen enkele uren uit te leveren. Natuurlijk, een extra schakel in de keten betekent meer kosten, maar wie weten rekent zich dat terug door een hogere omzet en een efficiëntere logistiek dan bij ship-from-store. Of maak ik nu grote denkfouten?

Marcel te Lindert – journalist logistiek & supply chain management