De stadshub rukt op: een overzicht van de initiatieven

Logistiekprofs op 5 februari 2020 | 4 minuten leestijd

Aan de rand van steden schieten de logistieke hubs als paddenstoelen uit de grond. Naast de meer traditionele hubs die worden gebruikt voor specifieke goederenstromen zoals bouw en pakketten, ontstaan er veel nieuwe initiatieven die meerdere typen goederenstromen bedienen. 

Dat schrijft Buck Consultants International (BCI) op basis van een analyse van de huidige hub-initiatieven. Het advies- en onderzoeksbureau ziet in logistieke hubs een oplossing voor overbevolkte steden die moeilijk bevoorraad kunnen worden.

Er is in de markt meer aandacht voor hubs aan de rand van de stad. Logistiek dienstverleners in de pakketmarkt werken al vanuit cityhubs. Daarnaast werken eindgebruikers via bundelingsprojecten aan het optimaliseren van de stedelijke distributie. Recentelijk is er vanuit de markt meer aandacht voor het inzetten van een hub, door derden te exploiteren. BCI onderzocht wat er tot nu toe met al deze initiatieven is bereikt. 

Omvang cityhubs

Er bestond in het verleden volgens BCI veel onduidelijkheid over de omvang van een hub in (benodigde) vierkante meters en karakteristieken. In een aantal gevallen worden de hubs aan de rand van de stad geassocieerd met grootschalige distributiecentra, gelegen langs de hoofdvervoersassen en intermodale knooppunten van Nederland. Een stadshub kan echter een andere omvang en functie hebben. Op basis van het Urban Space Model heeft Buck Consultants International een indeling gemaakt van de omvang en karakteristieken van de diverse typen hubs:

In 2019 is veel onderzoek verricht naar het opzetten en inrichten van de hubs, onder meer door de Topsector Logistiek en de Hogescholen van Arnhem, Amsterdam en Rotterdam. Uit deze studies komt naar voren dat met name in de categorieën stadsregionale dc’s (categorie 2) en city dc’s (categorie 3) veel projecten zijn gerealiseerd zijn of op stapel staan.

Geen combinatie doelgroepen

De gebouwen die tot nu toe zijn gerealiseerd, zijn relatief aan de kleine kant (< 5.000 vierkante meter). Deels komt dit omdat de initiatieven bedoeld waren om ervaringen op te bouwen en te experimenteren. Het betreft relatief kleine maar ook enkellaags van opzet ingerichte panden, waarbij de combi van doelgroepen nog niet van de grond is gekomen. Vaak richten deze city dc’s zich op specifieke doelgroepen, met name uit de bouw, food of pakketzendingen. Dit geldt ook voor de nieuwe initiatieven in dit segment. Zo kan het dus voorkomen dat steden straks meerdere stadshubs gaan krijgen of in een aantal gevallen een gecombineerde stadshub. 

Stadsregionale dc’s in opkomst

‘Nieuw en interessant’, noemt BCI de initiatieven in categorie 2, de stadsregionale distributiecentra. Deze panden hebben een oppervlakte van meer dan 10.000 vierkante meter, zijn meerlaags en vaak bedoeld voor meerdere typen goederenstromen. Deze distributiecentra zijn er nog niet, maar komen volgens de initiatiefnemers snel op de markt. Voorbeelden daarvan zijn het Amsterdam Logistics Center, de Dutch City Logistics Campus in Lijnden (beiden in de Metropool regio Amsterdam) en het City Logistics initiatief (meerdere hubs).

Kenmerk van deze initiatieven is dat naast de logistieke optimalisatie ook de gebouwoptimalisatie (in termen van beleggingswaarde) centraal staat:

  • Een zekere schaalgrootte (>20.000 vierkante meter, in meerdere lagen).
  • Gebaseerd op samenwerking tussen vastgoedpartijen en eindgebruikers.
  • Interessant voor meerdere typen doelgroepen.
  • Meerdere functionaliteiten ontwikkelen met gedifferentieerde opbrengsten.
  • Hybride ontwikkeld, hiermee wordt bedoeld dat er ook gekeken wordt naar het hergebruik van de panden indien delen van de functies wegvallen of een andere vorm krijgen.

De grootschalige projecten concentreren zich binnen Nederland eerste instantie rond de grote steden. Niet verwonderlijk, meent BCI, gezien de mate van ondervonden hinder en omgekeerd de massa die kan worden gecreëerd om een rendabele logistieke operatie uit te voeren.

In grootschalig opgezette distributiecentra kunnen combinaties van functies ontstaan, die de vastgoedwaarde ten goede komen. Hierbij kan worden gedacht aan combinaties van transport met bijvoorbeeld opslag, maar ook met kantoorruimte, innovatieruimte, vergaderfaciliteiten, een hotel, nieuwe circulaire functies en een dak waar zonnepanelen geparkeerd kunnen worden of stadslandbouw kan plaatsvinden, besluit BCI. 

Afbeelding: City Hub in Utrecht. Goederen van verschillende distributeurs worden hier gebundeld en met elektrische wagentjes naar de binnenstad van Utrecht gebracht. 

Gerelateerde artikelen