Op zoek naar balans: standaard versus flexibiliteit in transportmanagement

Arthur lasschuyt op 21 november 2017 | 4 minuten leestijd

Shippers zijn voortdurend op zoek naar een balans tussen kosten en klanttevredenheid. Dat bleek vorig jaar uit een onderzoek dat we hebben gehouden onder shippers in België en Nederland. En ook in gesprekken met (potentiële) klanten hoor ik steeds vaker over een zoektocht naar balans. Aan de ene kant willen shippers werken met standaarden, maar aan de andere kant hebben ze behoefte aan flexibiliteit. 

De link tussen standaarden en flexibiliteit is redelijk voor de hand liggend. Werken met een bepaalde standaard heeft vaak een positieve impact op de kosten. En flexibiliteit is in het belang van de klant, die centraal staat in de doelstellingen van de supply chain. In veel gevallen is het ook heel goed mogelijk om te werken op basis van standaarden. Toch is er altijd een bepaalde mate van flexibiliteit nodig. Elke carrier heeft immers weer andere behoeften als gevolg van de verschillende modaliteiten. En zelfs binnen een modaliteit zijn er verschillen.

Uiteenlopende wensen

Neem als voorbeeld het wegtransport in Europa. Het zou zomaar kunnen zijn dat een internationale vervoerder qua timing en inhoud heel andere wensen heeft in Roemenië dan in Frankrijk, ook al gaat het dus om een en hetzelfde bedrijf. Soms verschilt het zelfs per depot welke velden in een transportmanagementsysteem (TMS) te zien moeten zijn. De oorzaak: zulke bedrijven zijn door overnames vaak snel gegroeid en dikwijls blijven de verschillende bedrijfsonderdelen hun eigen systemen gebruiken. IT is immers niet hun corebusiness, waardoor de gedachte vaak is: “Als het werkt, werkt het.” Ze willen dus misschien wel werken op basis van standaarden, maar zijn daar (nog) niet aan toe. Dat zie ik in de markt ook bij de grote, wereldwijde vervoerders versus de vervoerder van om de hoek. De eerste groep wordt gevormd door bekende, wereldwijd opererende bedrijven die zelf een standaard hanteren, of die zelfs opleggen, terwijl de tweede groep bedrijven misschien niet eens communiceert via EDI, omdat ze simpelweg te klein zijn. En dan zit daar nog weer een groep tussen, die meestal de standaard van de solution provider overneemt. Kortom, standaardisatie is wel de wens, maar er is nu nog altijd veel flexibiliteit nodig om de huidige marktsituatie te ondersteunen.

Hetzelfde geldt voor applicaties, zoals een transportmanagementsysteem: de voorkeur zal vooral uitgaan naar standaardisatie. Want hoe meer er standaard geleverd kan worden, hoe lager de kosten zijn. In de praktijk zie ik dat een organisatie meestal niet voldoende heeft aan een standaardpakket. Elk bedrijf is immers uniek en dát maakt juist dat het zich kan onderscheiden van de concurrentie. Daarom is het van belang dat applicaties als een transportmanagementsysteem ook in staat zijn die unieke processen te ondersteunen. Dat betekent dat ook hierbij flexibiliteit nodig is.

Toekomstvisie

De combinatie van standaard en flexibiliteit is natuurlijk niet nieuw. En dankzij nieuwe, veelal cloudgebaseerde technologieën, nieuwe inzichten – zoals het integreren van verschillende modaliteiten – en nieuwe klantwensen die elkaar in een hoog tempo opvolgen, denk ik dat die combinatie zich snel verder zal ontwikkelen. Vroeger waren we bereid te betalen voor flexibiliteit, maar inmiddels is het normaal dat dit bij de service van een dienstverlener hoort.

Ik kom dus tot de conclusie dat, aan de ene kant, standaarden nog belangrijker worden en dat, aan de andere kant, de behoefte aan flexibiliteit toeneemt. Want enerzijds wil je als bedrijf de kosten drukken, terwijl je anderzijds moet kunnen blijven voldoen aan continue veranderingen, zoals de consument die steeds veeleisender wordt. Als basis hiervoor zie ik een netwerk waarop de verschillende partijen in de supply chain aan te sluiten zijn, omdat ik in de praktijk merk dat er veel behoefte is aan connectiviteit. Maar kies je dan voor standaardisatie of voor flexibiliteit? De oplossing ligt in mijn optiek in een cloudplatform waarmee je kosteneffectief te werk kunt gaan met standaardprocedures, maar dat ook uit te breiden is met diensten wanneer je maar wilt. Voor bedrijven is het natuurlijk een hele stap om een werkend netwerk te vervangen, toch zie ik dat het meer voordelen dan nadelen oplevert. Je verbetert de informatievoorziening, wat leidt tot een hogere klanttevredenheid, en je vindt daardoor de balans tussen kosten en klanttevredenheid.

Arthur Lasschuyt, Product Manager Transportmanagement Europe bij Descartes
Descartes is van 28 tot en met 30 november aanwezig op ICT en Logistiek in de Jaarbeurs, Stand: 03.D041.